2 Chronicles 35:21

21Toen zond hij boden tot hem, zeggende: Wat heb ik met u te doen, gij, koning van Juda? Wat u aangaat, ik ben heden tegen u niet, maar tegen een huis, dat oorlog voert tegen mij; en God heeft gezegd, dat ik mij haasten zou; houd u af van God, Die met mij is, opdat Hij u niet verderve.
 hij Te weten, Necho, de koning van Egypte.
,
 Wat heb ik Hebreeuws, wat is mij, en u? VergelijK 2Sa 16:10 , en de aantekening.
,
 een huis, Hebreeuws, een huis van mijn oorlog, of krijg; dat is, dat mij den oorlog aandoet, en waar ik oorlog tegen heb; hij verstaat de Assyriërs, die Karchemis ingenomen hadden, waarover hun koning zich beroemt; Isa 10:9 . Zie 2Ki 23:29 . Vergelijk ook 2Sa 8:10 , de 23e aantekening.
,
 van God, Dat is, van tegen hem te komen en zijn voornemen, dat Hij door mij begeert uit te voeren, te willen verhinderen.
Copyright information for DutSVVA