2 Corinthians 1:1

1Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den wil van God, en Timotheüs, de broeder, aan de Gemeente Gods, die te Korinthe is, met al de heiligen, die in geheel Achaje zijn:
 een apostel van Van den naam Paulus, zijn apostelschap en dezen gehelen apostolischen groet, zie de verklaring Rom 1:1 , Rom 1:7 , en 1Co 1:1-3 .
,
  Timótheüs, Overmits Timotheus tevoren van hem tot Corinthe was gezonden, en nu weder tot hem gekeerd was, door wien hij van den stand der gemeente bericht was, zo voegt hij hem hier bij zich, om hem in te meerder aanzien bij hen te maken, gelijk hij in den zendbrief Sosthenes met denzelfden titel van broeder, ook bij zich gevoegd had; 1Co 1:1 . Zie ook 1Co 16:10-11 .
,
  Acháje zijn Dit is de naam van een voorname provincie in Griekenland, waar Corinthe in lag en het hoofd van was. Zie 1Co 1:3 .
Copyright information for DutSVVA