2 Corinthians 5:19-21

19 Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd.
 Want God Of, hoe dat God, enz.
,
 de wereld met Dat is, de uitverkorenen en gelovigen door de gehele wereld, gelijk Joh 6:33 , Joh 6:51 .
,
 in ons gelegd Dat is, ons toebetrouwd, om het in Zijnen naam te verkondigen.
20Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus wege: laat u met God verzoenen.
 laat u met God verzoenen Namelijk door het geloof in Christus en Zijn bloed; Rom 3:25 .
21Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem.
 gekend heeft, heeft Hij Dat is, die van alle zonde vrij is geweest; 1Pe 2:22 .
,
 zonde voor ons gemaakt, Dat is, ene offerande voor de zonde, gelijk Lev 7:2 . Of, zonde, door toerekening van onze zonden, gelijk Hij ook gezegd wordt een vloek geworden te zijn; Gal 3:13 .
,
 rechtvaardigheid Gods Dat is, rechtvaardigd voor God. Of, dat de rechtvaardigheid Gods ons zou toegerekend worden; Rom 4:4-5 , enz.
,
 in Hem Namelijk Christus, ten aanzien dat wij in Hem zijn, en Zijn gerechtigheid ons wordt toegerekend; Rom 8:1 , enz.
Copyright information for DutSVVA