2 Corinthians 8:23

23Hetzij dan Titus, hij is mijn metgezel en medearbeider bij u; hetzij onze broeders, zij zijn afgezanten der Gemeenten, en een eer van Christus.
 Titus, hij is Gr. van Titus, dat is, wil men weten wie Titus is.
,
 onze broeders, zij zijn Namelijk die van de gemeenten van Macedonië nevens Titus hiertoe zijn verkoren, waarvan hij gesproken had vs.18, 22.
,
 afgezanten der gemeenten, Gr. Apostelen; gelijk dit woord ook voor allerlei leraars en gezanten somwijlen genomen wordt. Zie Rom 16:7 .
,
 ene eer van Christus Gr. ene heerlijkheid van Christus; dat is, zulke personen, waardoor de eer van Christus zonderling wordt bevorderd.
Copyright information for DutSVVA