2 John 1

1De ouderling aan de uitverkoren vrouwe en aan haar kinderen, die ik in waarheid liefheb, en niet alleen ik, maar ook allen, die de waarheid gekend hebben;
 ouderling aan de Zo noemt zich de apostel Johannes, òf vanwege zijn ambt, gelijk ook Petrus, 1Pe 5:1, òf vanwege zijn hogen ouderdom; alsof hij zeide: de oude.
,
 uitverkoren Zo noemt hij haar naar het oordeel der liefde, naar welke allen die Christus belijden, voor uitverkorenen moeten behouden worden. Zie dergelijke vs.13; Phi 4:3; 1Th 1:4; 2Th 2:13; 1Pe 1:2.
,
 vrouwe en aan Grieks Kyria; dat is, Heerin, gelijk ook vs.5; waardoor aangeduid wordt niet een van het vrouwelijk geslacht alleen, maar een voortreffelijke, aanzienlijke, machtige vrouw.
,
 die ik Namelijk zo de moeder als de kinderen, gelijk uit het Griekse woord blijkt.
,
 in waarheid liefheb, Dat is, oprecht, gelijk 1Jo 3:18.
,
 allen, die Namelijk die in die plaats wonen en u kennen.
,
 de waarheid gekend Dat is, de ware leer van het heilige Evangelie. Zie 2Ti 2:25; 1Jo 2:21, en 1Jo 3:19.
Copyright information for DutSVVA