2 Kings 10:30
30De Heere dan zeide tot Jehu: Daarom dat gij welgedaan hebt, doende wat recht is in Mijn ogen, en hebt aan het huis van Achab gedaan, naar alles, wat in Mijn hart was, zullen u zonen tot het vierde gelid op den troon van Israël zitten. ▼▼ dan zeide Namelijk door iemand van de profeten; gelijk hij ook door een hunner den last ontvangen had, om deze goddelijke wraak uit te voeren; boven,
2Ki 9:7.
,
▼▼ zonen Hebreeuws, zonen der vierden; de vervulling hiervan, zie eerst in Joahaz, onder, vs.35, en daarin in Joas,
2Ki 13:10, ten derde in Jerobeam,
2Ki 14:23, ten vierde in Zacharia,
2Ki 15:8.