2 Kings 10:6

6Toen schreef hij ten tweeden male tot hen een brief, zeggende: Zo gij mijn zijt, en gij naar mijn stem hoort, neemt de hoofden van de mannen, de zonen uws heren, en komt tot mij morgen omtrent dezen tijd naar Jizreël. (De zonen nu de konings, zeventig mannen, waren bij de groten der stad, die hen opvoedden.)
 mannen, Men oordeelt uit het Hebreeuwse woord dat enige dezer zonen of nakomelingen van Achab tot redelijken ouderdom gekomen waren, welke, gelijk zij navolgers van Achabs boosheid konden zijn, ook deelachtig zijn geworden zijner straffen, naar het rechtvaardig dreigement Gods; Exo 20:5; Deu 5:9.
,
 groten stad, Dat is, de voornaamsten van staat en waardigheid. Vergelijk onder, 2Ki 25:9, en zie de aantekeningen.
,
 opvoedden Hebreeuws, groot maakten.
Copyright information for DutSVVA