2 Kings 11:16
16En zij leiden de handen aan haar; en zij ging den weg van den ingang der paarden naar het huis des konings, en zij werd daar gedood. ▼▼ zij legden Anders, zij bestelden aan haar zijdwacht, of, zij gaven, of, maakten haar plaats; te weten, om uit den tempel te gaan. Hebreeuws, zij zetten haar handen, of zijden, of ruimten, of plaatsen.
,
▼▼ den weg Dat is, den weg van de stadspoort Davids, die zo genoemd was en noordwaarts stond; vanwaar men ging naar de poort van Efraïm. Zie onder, 2Ki 14:13. Sommigen menen dat deze weg den naam heeft van den ingang der paarden, omdat men door denzelven bekwamelijk tot des konings huis te paard kon rijden.
Copyright information for
DutSVVA