2 Kings 11:2

2Maar Joseba, de dochter van den koning Joram, de zuster van Ahazia, nam Joas, den zoon van Ahazia, en stal hem uit het midden van des konings zonen, die gedood werden, zettende hem en zijn voedster in een slaapkamer; en zij verborgen hem voor Athalia, dat hij niet gedood werd.
 Joséba, Hebreeuws, Jehoschebah. Anders, Jehoschabbath, 2Ch 22:11, alwaar ook staat dat zij was de huisvrouw van den hogepriester Jojada, maar men meent dat zij uit een andere huisvrouw van Joram dan uit de afgodische Athalia geboren was.
,
 Joas, Hebreeuws, Joas; anders, Jehoas, onder, 2Ki 12:2.
,
 zettende Dit woord is hier ingevoegd uit 2Ch 22:11.
,
 een slaapkamer; Hebreeuws, een kamer der bedden; dat is, in een der kamers, die aan den tempel getimmerd waren, waarin de bedden der priesters waren, waarop zij sliepen, als zij op hun beurt den godsdienst moesten waarnemen. Zie Jer 35:2.
,
 zij verborgen hem Te weten, Jojada en Joseba.
,
 voor Athália, Hebreeuws, voor het aangezicht van Athalia.
Copyright information for DutSVVA