‏ 2 Kings 23:13

13De hoogten ook, die vooraan Jeruzalem waren, dewelke waren ter rechterhand van den berg Mashith, die Salomo, de koning van Israël, voor Astoreth, het verfoeisel der Sidoniërs, en voor Kamos, het verfoeisel der Moabieten, en voor Milchom, den gruwel der kinderen Ammons, gebouwd had, verontreinigde de koning.
 Mashith, Anders, des verdervers. Versta, den Olijfberg, gelegen bij Jeruzalem, hier genaamd de berg van Mashith; dat is, des verdervenden, of des verdervers, omdat de Joden zich daar door afgoderij verdierven. Anders heet hij de berg Mischah, dat is, der zalving, omdat daarop vele olijven wiessen, van welke de zalfolie gemaakt werd; zulks dat tussen beide de namen kleine ongelijkheid is in de letters, maar groot in de betekenis. Zie 1Ki 11:7.
,
 Astoreth, Deze naam met de twee volgende, Kamos en Milkom, zijn namen van afgodische beelden. Zie van Astoreth Jdg 2:13.
,
 Kamos, Zie 1Ki 11:7.
,
 Milchom, Zie Lev 18:21.
Copyright information for DutSVVA