2 Kings 25:4
4Toen werd de stad doorgebroken, en al de krijgslieden vloden des nachts door den weg der poort, tussen de twee muren, die aan des konings hof waren (de Chaldeen nu waren tegen de stad rondom), en de koning trok door den weg des vlakken velds. ▼▼ doorgebroken, Te weten, van de Chaldeën, die de stad belegerden en nu de middelpoort ingenomen hadden; Jer 39:2-3.
,
▼
,
▼▼ poort, Versta, een heimelijke poort of uitgang, die tussen twee muren der stad gemaakt was.
,
▼▼ waren Of, was, te weten, poort, of weg.
Copyright information for
DutSVVA