2 Kings 25:5-6
5Doch het heir der Chaldeen jaagde den koning na, en zij achterhaalden hem in de vlakke velden van Jericho, en al zijn heir werd van bij hem verstrooid. ▼ 6Zij dan grepen den koning, en voerden hem opwaarts tot den koning van Babel, naar Ribla; en zij spraken een oordeel tegen hem. ▼ , ▼▼ oordeel tegen hem Want zij beschuldigden hem van ontrouw en valsheid, omdat hij zijn belofte en eed gebroken had; en van ondankbaarheid tegen den koning Nebukadnezar, die hem koning gemaakt had, boven, 2Ki 24:17, 2Ki 24:20. Anders, zij spraken een oordeel met hem; te weten, met den koning van Babel over den koning van Juda.
Copyright information for
DutSVVA