2 Kings 25:9

9En hij verbrandde het huis des Heeren, en het huis des konings, mitsgaders alle huizen van Jeruzalem; en alle huizen der groten verbrandde hij met vuur.
 huizen der groten Anders, grote huizen. Versta, de huizen der rijken en machtigen, die van grote middelen of staat geweest waren. Dezen moesten voornamelijk lijden. Waaruit het schijnt dat enige kleine huizen van schamele en slechte lieden zijn verschoond geweest. Groten worden voor rijken genomen, Gen 24:35, en Gen 26:13; 1Sa 25:2; idem voor lieden van staat, 2Ki 10:6; Jon 3:7, van beiden kan het woord hier genomen worden, als ook Lev 19:15.
Copyright information for DutSVVA