2 Kings 4:26

26Nu loop toch haar tegemoet, en zeg tot haar: Is het wel met u? Is het wel met uw man? Is het wel met uw kind? En zij zeide: Het is wel.
 Is het wel met u? Hebreeuws, hebt gij vrede? heeft uw man vrede? enz. Zie Gen 29:6.
Copyright information for DutSVVA