2 Peter 1:10
10Daarom, broeders, benaarstigt u te meer, om uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen. ▼ , ▼▼ vast te maken; Namelijk niet ten opzichte van God, Isa 14:27, en Isa 46:10; Rom 11:29; 2Ti 2:13; maar ten opzichte van onszelf, om te vaster verzekerd te mogen zijn, dat wij door God tot de zaligheid zijn uitverkoren. In sommige boeken staat er nog bij: door de goede werken; namelijk als door de vruchten, waaruit een goede boom bekend wordt; Mat 7:17-18.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA