2 Peter 1:16-18

16Want wij zijn geen kunstelijk verdichte fabelen nagevolgd, als wij u bekend gemaakt hebben de kracht en toekomst van onzen Heere Jezus Christus, maar wij zijn aanschouwers geweest van Zijn majesteit.
 fabelen nagevolgd, Namelijk gelijk de valse leraars plegen te doen. Grieks want kunstelijke fabelen niet nagevolgd zijnde, hebben wij u bekend gemaakt, enz.
,
 de kracht Dat is, de eerste komst van Christus in het vlees, waarin Hij door Zijn leer en wondertekenen krachtig heeft getoond, en de harten der mensen overtuigd, dat Hij de ware beloofde Messias was, inzonderheid ook door Zijn opstanding uit de doden en volgende verheerlijking.
,
 van Zijn majesteit Dat is, van dat proefstuk Zijner heerlijkheid, als Hij voor de ogen van drie Zijner discipelen op den berg werd veranderd, Mat 17:1-2; gelijk het volgende breder verklaart. Zie Heb 8:1.
17Want Hij heeft van God den Vader eer en heerlijkheid ontvangen, als zodanig een stem van de hoogwaardige heerlijkheid tot Hem gebracht werd: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb.
 van de hoogwaardige Dat is, van de majesteit Gods des Vaders, uit den hemel, die de troon is Zijner majesteit en heerlijkheid.
18En deze stem hebben wij gehoord, als zij van de hemel gebracht is geweest, toen wij met Hem op den heiligen berg waren.
 wij gehoord, Namelijk ik Petrus, Jakobus en Johannes zijn broeder. Zie Mat 17:1.
,
 op de heilige berg waren Deze berg wordt gemeend geweest te zijn de berg Thabor. Zie de aantekeningen op Mat 17:1; en wordt heilig genaamd, omdat hij door deze verschijning der heerlijkheid van Christus geheiligd is geweest, gelijk de stad Jeruzalem de heilige stad genoemd wordt, Mat 4:5, omdat God daar Zijn dienst en heiligdom geplant had. Zie dergelijke Exo 3:5.
Copyright information for DutSVVA