2 Peter 2:14

14Hebbende de ogen vol overspel, en die niet ophouden van zondigen; verlokkende de onvaste zielen, hebbende het hart geoefend in gierigheid, kinderen der vervloeking;
 vol overspel, en Dat is, die klaar bewijzen hun genegenheid tot onkuischheid, en die zij op andere vrouwen slaan om die te begeren; zie Mat 5:28.
,
 die niet ophouden Grieks onophoudelijk van zonde; dat is, die gedurig met onkuis aanschouwen en begeren van andere vrouwen het hart tot overspel bewegen, en deze ook met het hart begaan.
,
 verlokkende de Namelijk met schoon spreken, als met een aas.
,
 onvaste zielen, Namelijk in de waarheid of godzaligheid.
,
 kinderen der vervloeking; Dat is, vervloekte mensen; gelijk Joh 17:12; Eph 2:2; Col 3:6; 2Th 2:3; 1Pe 1:14.
Copyright information for DutSVVA