2 Peter 3:8-9

8Doch deze ene zaak zij u niet onbekend, geliefden, dat een dag bij den Heere is als duizend jaren, en duizend jaren als een dag.
 dat een dag bij den En dat derhalve wij ons niet moeten verwonderen, dat de Heere, naar onze mening, zo lang vertoeft met het volbrengen Zijner belofte, alzo Hij de tijden niet rekent kort of lang naar ons dunken, daar Hij eeuwig en aan de tijden niet gebonden is.
9De Heere vertraagt de belofte niet ( gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende, dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen.
 vertraagt de belofte Of vertraagt niet aangaande de belofte; dat is, stelt de volbrenging van de belofte niet uit boven den tijd, dien Hij daartoe bestemd heeft.
,
 traagheid achten), Dat is, uitstel, boven den bestemden tijd.
,
 over ons, niet willende, Namelijk die geroepen zijn tot de kennis van Christus en in Hem geloven; voor hoedanigen Hij naar het oordeel der liefde houdt al degenen aan wie Hij schrijft; zie 2Pe 1:1.
,
 enigen verloren gaan, Namelijk uit ons, die krachtig geroepen zijn en nog zullen worden. Want alzo God al wat Hij wil doen kan en ook doet, zo kan dit niet verstaan worden van ale en een ieder mens, dewijl de Schrift en de ervaring zelf getuigen, dat niet alle mensen zalig worden, maar velen verloren gaan.
,
 allen Namelijk uitverkorenen, van wie Hij hier spreekt; Rev 6:11.
,
 tot bekering komen Namelijk dat hun daartoe tijd gegeven worde.
Copyright information for DutSVVA