2 Samuel 11:1

1En het geschiedde met de wederkomst van het jaar, ter tijde als de koningen uittrekken, dat David Joab, en zijn knechten met hem, en gans Israël henenzond, dat zij de kinderen Ammons verderven, en Rabba belegeren zouden. Doch David bleef te Jeruzalem.
 wederkomst Dat is, als het jaar om was en de zomertijd des volgenden jaars aankwam, wanneer de koningen plachten te velde te trekken om krijg te voeren; zijnde het weder alsdan bekwaam om voederingen en nooddruftige behoeften voor mensen en beesten te bekomen. Zie 1Ki 20:22, 1Ki 20:26; 1Ch 20:1, en 2Ch 36:10.
,
 knechten met hem, Dat is, zijn krijgsoverste met de soldaten.
,
 Rabba belegeren zouden De hoofdstad der Ammonieten, gelegen over de Jordaan aan het gebergte Gileads, bij den oorsprong van de beek Jabbok. Zie ook onder 2Sa 12:26, enz.
Copyright information for DutSVVA