2 Samuel 11:3
3En David zond henen, en ondervraagde naar deze vrouw; en men zeide: Is dat niet Bathseba, de dochter van Eliam, de huisvrouw van Uria, den Hethiet? ▼▼ men zeide Hebreeuws, hij zeide. Dat is, iemand van zijn hofgezin zeide.
,
▼▼ Is dat niet Hij wil zeggen dat het zekerlijk Bathseba was. Zie van zulk vragen
Jdg 4:6, en boven,
2Sa 10:3.
,
▼▼ Bathséba, Anders genoemd Bathsua,
1Ch 3:5.
,
▼▼ Eliam, Anders genoemd Ammiël;
1Ch 3:5.
,
▼▼ Hethiet? Maar bekeerd tot de ware religie, en daarin ijverende, gelijk te zien is onder, vs.11. Vergelijk
1Sa 26:6. Sommigen menen dat hij een Hethiet genoemd is, omdat hij bij de kinderen Heths gewoond had. Van dit volk, zie
Gen 23:3, enz.