2 Samuel 17:27

27En het geschiedde, als David te Mahanaim gekomen was, dat Sobi, de zoon van Nahas, van Rabba der kinderen Ammons, en Machir, de zoon van Ammiël, van Lodebar, en Barzillai, de Gileadiet, van Rogelim,
 Sobi, Hebreeuws, Schobi. Eenigen menen dat deze een broeder was van Hanun, waarvan boven, 2Sa 10:1 enz., gesproken is, en dat David Hanun, toen hij Rabba innam [boven 2Sa 12:30-31 ] afgezet of ook gedood hebbende, dezen broeder in zijn plaats tot koning heeft gesteld, die overzulks hier zijn dankbaarheid zou hebben bewezen.
,
 Machir, Zie boven, 2Sa 9:4-5.
,
 Barzillai, Zie onder, 2Sa 19:31-32, enz.
Copyright information for DutSVVA