2 Samuel 18:3

3Maar het volk zeide: Gij zult niet uittrekken; want of wij te enen male vloden, zij zullen het hart op ons niet stellen; ja, of de helft van ons stierf, zij zullen het hart op ons niet stellen; maar gij zijt nu als tien duizend onzer. Zo zal het nu beter zijn, dat gij ons uit de stad ter hulpe zijt.
 het hart Dat is, zij zullen daarnaar niet vragen, zullen daarvan geen groot werk maken, want het is hun niet om ons, maar om uw persoon te doen.
,
 maar gij zijt Dat is, aan uw persoon is nu meer gelegen dan aan vele duizenden van ons. Vergelijk hiermede de woorden van Achitofel, boven 2Sa 17:2-3. Anders, al [waren] onzer, naardat wij nu [zijn], tienduizend maal meer
,
 stad Mahanaïm; gelijk boven, 2Sa 17:24, 2Sa 17:27.
,
 ter hulpe zijt Hebreeuws, om te helpen; wanneer wij zouden mogen verlegen zijn.
Copyright information for DutSVVA