2 Samuel 19:26-27

26En hij zeide: Mijn heer koning, mijn knecht heeft mij bedrogen; want uw knecht zeide: Ik zal mij een ezel zadelen, en daarop rijden, en tot den koning trekken, want uw knecht is kreupel.
 mijn knecht Ziba.
27Daartoe heeft hij uw knecht bij mijn heer den koning valselijk aangedragen; doch mijn heer de koning is als een engel Gods; doe dan, wat goed is in uw ogen.
 valselijk aangedragen; Zie boven, 2Sa 16:3.
,
 engel Gods; Gelijk boven, 2Sa 14:17.
Copyright information for DutSVVA