2 Samuel 8:17-18

17En Zadok, zoon van Ahitub, en Achimelech, zoon van Abjathar, waren priesters; en Seraja was schrijver.
 Zadok, Van Aärons linie, door Eleazar, 1Ch 6:4, 1Ch 6:8, en 1Ch 24:3. Zie van dezen onder 2Sa 15:24, en 2Sa 20:25; 1Ch 16:39, en 1Ch 24:3, en 1Ch 29:22; idem 1Ki 1:8, 1Ki 1:32, 1Ki 1:38, en 1Ki 2:35.
,
 Achimélech, Van Aärons linie, door Ithamar en Eli, 1Ch 24:3.
,
 priesters; Van de ordeningen der priesteren zie Num 3:32, en 2Ki 23:4.
,
 schrijver Zie 1Ki 4:3.
18Er was ook Benaja, zoon van Jojada, met de Krethi en de Plethi; maar Davids zonen waren prinsen.
 Krethi en de Plethi; Over welke Benaja overste was. Zie 2Sa 20:23; 1Ch 18:17. Van Krethi en Plethi, zie 1Ki 1:38.
,
 prinsen Of, hoofdofficieren. Van het Hebreeuwse woord [dat anders gemeenlijk priesters betekent], zie Gen 41:45. Hier kan het geen priesters betekenen, omdat Davids zonen uit den stam van Juda waren, niet uit den stam van Levi. Dit woord wordt 1Ch 18:17 aldus verklaard: Davids zonen waren de eersten aan de hand des konings, of den koning ter hand, gelijk men zegt.
Copyright information for DutSVVA