2 Samuel 8:3
3David sloeg ook Hadad-ezer, den zoon van Rechob, den koning van Zoba, toen hij heen toog, om zijn hand te wenden naar de rivier Frath. ▼ , ▼ , ▼▼ hij heentoog David, of gelijk sommigen, Hadadezer.
,
▼▼ om zijn hand Dat is, om zijn macht uit te strekken, enz. Anders, om zijn grenzen te stellen, of herstellen. [Hebreeuws, te doen wederkeren, of weder te brengen] aan de rivier Fraat; dat is Eufraat, welke landpale Israël van God beloofd was, en dienvolgens hem moest toegeëigend worden. Vergelijk 1Ch 18:3, en zie Gen 15:18, enz.
Copyright information for
DutSVVA