2 Thessalonians 1:7

7En u, die verdrukt wordt, verkwikking met ons, in de openbaring van den Heere Jezus van den hemel met de engelen Zijner kracht;
 u Namelijk is het recht bij God verkwikking te vergelden. Hetwelk niet alzo moet verstaan worden, als of zulke verdrukkingen en kastijdingen der gelovigen deze verkwikking verdienden en waardig waren voor God, gelijk de verdrukkers de rechtvaardige straf Gods verdienen en waardig zijn. Want het tegendeel betuigt ons Gods Woord doorgaans. Zie Isa 47:6, enz. en Isa 51:21; Dan 9:16; Heb 12:6, Heb 12:7; 1Pe 4:16, 1Pe 4:17, enz.; maar omdat de gelovigen zulks lijden van de verdrukkers aangedaan wordt, om Christus' en der gerechtigheid wil, waarvoor hun God zulke beloningen van verkwikking belooft uit genade, Mat 5:11, Mat 5:12; 1Pe 4:14, enz. En omdat God rechtvaardig en getrouw is in het volbrengen van Zijn genadige beloften, zo wordt gezegd dat het recht of rechtvaardig is bij God, dat Hij zulks doet, gelijk het woord recht en rechtvaardig ook elders voor deze getrouwheid en waarheid Gods wordt genomen. Zie Psa 143:1; 1Jo 1:9.
,
 met ons Namelijk apostelen van Jezus Christus, die zulk een belofte van Christus ook bijzonder ontvangen hebben; Mat 19:28.
,
 openbaring Dat is, openbare toekomst; Mat 24:30.
,
 met de Dat is, met Zijn krachtige engelen, waardoor Hij Zijne oordelen krachtig zal uitvoeren; Psa 103:20; Mat 13:41, Mat 13:42, en Mat 24:31.
Copyright information for DutSVVA