2 Timothy 1:9-10
9Die ons heeft zalig gemaakt, en geroepen met een heilige roeping; niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus, voor de tijden der eeuwen; ▼▼ zalig gemaakt, en Namelijk door Zijnen Zoon Jezus Christus.
,
▼▼ geroepen Namelijk uiterlijk door de prediking des Evangelies, en inwendig door de krachtige werking Zijns Geestes.
,
▼
,
▼
,
▼
,
▼
,
▼▼ die ons gegeven is Dat is, die God in Zijn raad voorgenomen en besloten heeft ons te geven. Zie dergelijke Joh 17:24; want deze genade is ons metterdaad niet van eeuwigheid, maar in der tijd gegeven, wanneer wij geroepen worden; maar wordt zo gezegd, omdat deze werkelijke schenking geschiedt, naar dat eeuwig voornemen Gods, hetwelk zo vast is alsof het reeds volbracht ware.
,
▼
,
▼ 10Doch nu geopenbaard is door de verschijning van onzen Zaligmaker Jezus Christus, Die den dood heeft te niet gedaan, en het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht door het Evangelie; ▼▼ de verschijning van Namelijk in het vlees, in Zijne eerste komst.
,
▼▼ den dood heeft Namelijk de eeuwige dood.
,
▼
,
▼▼ het leven en de onverderfelijkheid Namelijk het eeuwige leven, gelijk het volgende woord onverderfelijkheid, ter verklaring bijgevoegd, aantoont.
,
▼▼ aan het licht gebracht Dat is, teweeggebracht door zijn verdiensten, en tevoorschijn gebracht of bekend gemaakt door de prediking des Evangelies.
Copyright information for
DutSVVA