2 Timothy 2:17-18

17En hun woord zal voorteten, gelijk de kanker; onder welke is Hymeneüs en Filetus;
 hun Namelijk der ijdelroepers.
,
 woord zal Dat is, valse leer, die zij met zulk ijdelroepen en menselijke welsprekendheid oppronken en instampen.
,
 voorteten, gelijk de Dat is, verspreid worden door het lichaam van de gemeente en het verderven; ene gelijkenis, genomen van inetende gezwellen of wonden, die het vlees des lichaams verteren en altijd voortkruipen, gelijk het volgende woord verklaart.
,
 kanker; onder welke is Grieks gangraina, wond, eigenlijk niet wat men kanker noemt, hoewel het ook altijd als kanker voortkruipt, en het vlees verteert; maar hetgeen men gewoonlijk noemt het vuur, of koud vuur; hetwelk zeer haastig voortspruit en het leven en gevoel beneemt, tenzij dat men het terstond zoekt weg te nemen.
,
 Hymenéüs en Van dezen; zie 1Ti 1:20. Hij noemt hier de voornaamste ijdelroepers, opdat zij, bekend zijnde, te beter mogen gemeden worden.
18Die van de waarheid zijn afgeweken, zeggende, dat de opstanding alrede geschied is, en verkeren sommiger geloof.
 van de waarheid Dat is, van de rechtzinnige leer des Evangelies, die zij tevoren beleden hadden.
,
 alrede geschied is, Dat is, dat er dan geen opstanding des vleesches zal wezen, en dat al wat de Schrift zegt van de opstanding, verstaan moet worden van de geestelijke opstanding der zielen uit den dood der zonden.
,
 geloof Dat is, hunne historische kennis en toestemming, die zij gehad hebben van de rechte leer. Zie van zulk geloof Mat 13:21; Jam 2:19.
Copyright information for DutSVVA