2 Timothy 3:6

6Want van dezen zijn het, die in de huizen insluipen, en nemen de vrouwkens gevangen, die met zonden geladen zijn, en door menigerlei begeerlijkheden gedreven worden;
 huizen Of huisgezinnen.
,
 insluipen, en Dat is, loos en onbeschaamd zich voegen in deze.
,
 nemen de Dat is, met schoonspreken hare harten tot zich trekken, en leiden ze waar zij willen, gelijk men doet degenen, die in den krijg gevangen worden.
,
 vrouwkens gevangen, die Namelijk die lichtvaardig van zinnen en ongestadig zijn.
,
 geladen zijn, en Of opgehoopt; die met het pak harer zonden, gelijk een opgehoopte last, zwaar beladen zijn.
,
 begeerlijkheden Namelijk zotte en lichtvaardige, die bij zulke vrouwtjes vele en verscheidene gevonden worden.
,
 gedreven worden; Namelijk gelijk men de onvernuftige dieren voor zich henen drijft.
Copyright information for DutSVVA