2 Timothy 3:8

8Gelijkerwijs nu Jannes en Jambres Mozes tegenstonden, alzo staan ook deze de waarheid tegen; mensen, verdorven zijnde van verstand, verwerpelijk aangaande het geloof.
 Jannes en Dit zijn de namen van de Egyptische tovenaars, die de wonderen van Mozes zochten krachteloos te maken, Exo 7, wier namen in de Heilige Schrift, Exo 7:11, niet staan uitgedrukt; maar worden van den apostel, òf uit enige Joodse schrijvers, òf door enige oude overleveringen van hand tot hand hier verhaald. Waaruit men niet mag besluiten, dat er enige onbeschrevene overleveringen zouden zijn aangaande enige hoofdstukken der leer, daar dit alleen de geschiedenis aangaat. Zie van deze: Eusib, de praep. Euang. Lib. 9, cap. 3, die uit een Pythagorisch wijsgeer Numenius deze namen verhaalt; gelijk ook Plinius, lib. 30, cap. 1, van dezen Jannes verhaalt. Waaruit blijkt dat deze namen niet alleen onder de Joden, maar ook onder de heidenen toen bekend zijn geweest.
,
 Jambres Anderen noemen hem Mambres.
,
 de waarheid tegen; Namelijk de leer des Evangelies, en degenen, die deze waarheid leren en voorstaan.
,
 van verstand, Of van zinnen, door hunne boze genegenheden verblind zijn.
,
 verwerpelijk aangaande Dat is zijn voor geen oprechte leraars van de leer des geloofs, of voor gelovigen te houden. Zie 1Co 9:27.
Copyright information for DutSVVA