Acts 1:13

13En als zij ingekomen waren, gingen zij op in de opperzaal, waar zij bleven, namelijk Petrus en Jakobus, en Johannes en Andreas, Filippus en Thomas, Bartholomeüs en Mattheus, Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Simon Zelotes, en Judas, de broeder van Jakobus.
 ingekomen waren, Namelijk niet alleen in de stad, maar ook in een huis, hetwelk sommigen menen geweest te zijn het huis van Maria, de moeder van Johannes Markus, waarvan men leest Act 12:12 .
,
 Petrus en Jakobus, Van deze apostelen zie Mat 10:2 , enz.
,
 Judas, Deze Judas werd alzo toegenaamd, om onderscheiden te worden van Judas Iskarioth den verrader; en alzo noemt hij zich ook zelf in zijn Zendbrief, vs.1; was anders toegenaamd Lebbeüs; Mat 10:3 .
Copyright information for DutSVVA