Acts 15:10-11
10Nu dan, wat verzoekt gij God, om een juk op den hals der discipelen te leggen, hetwelk noch onze vaders, noch wij hebben kunnen dragen? ▼▼ een juk op Namelijk de wet der ceremoniën, vs.5.
,
▼ 11Maar wij geloven, door de genade van den Heere Jezus Christus, zalig te worden, op zulke wijze als ook zij. ▼
,
▼▼ zij Namelijk onze vaders zalig zijn geworden door dezelfde genade.
Copyright information for
DutSVVA