Acts 2:33-34

33Hij dan, door de rechter hand Gods verhoogd zijnde, en de belofte des Heiligen Geestes, ontvangen hebbende van den Vader, heeft dit uitgestort, dat gij nu ziet en hoort.
 door de Dat is, door Gods almachtige kracht; Psa 44:4 . Anders, tot de rechterhand Gods verhoogd zijnde; namelijk als Hij opgestaan en ten hemel gevaren zijnde, gezeten is ter rechterhand Gods; Mar 16:19 .
,
 belofte des Dat is, den beloofden Heiligen Geest.
,
 dit uitgestort, Dat is, de buitengewone gaven des Heiligen Geestes.
34Want David is niet opgevaren in de hemelen; maar hij zegt: De Heere heeft gesproken tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand,
 niet opgevaren Namelijk naar zijn lichaam, hetwelk in het graf overlang verrot is, en nog rust.
,
 Zit aan Mijn Door het zitten ter rechterhand Gods wordt verstaan de allerhoogste eer, heerlijkheid en macht; gelijk onder de mensen gebruikelijk is, als men iemand op het hoogste wil vereren, dat men hem stelt aan zijne rechterhand; 1Ki 2:19 ; Psa 45:10 . De verdere verklaring van deze woorden, zie Psa 110:1 , enz.
Copyright information for DutSVVA