Acts 2:34

34Want David is niet opgevaren in de hemelen; maar hij zegt: De Heere heeft gesproken tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand,
 niet opgevaren Namelijk naar zijn lichaam, hetwelk in het graf overlang verrot is, en nog rust.
,
 Zit aan Mijn Door het zitten ter rechterhand Gods wordt verstaan de allerhoogste eer, heerlijkheid en macht; gelijk onder de mensen gebruikelijk is, als men iemand op het hoogste wil vereren, dat men hem stelt aan zijne rechterhand; 1Ki 2:19 ; Psa 45:10 . De verdere verklaring van deze woorden, zie Psa 110:1 , enz.
Copyright information for DutSVVA