‏ Acts 21:23-24

23Doe dan hetgeen wij u zeggen: Wij hebben vier mannen, die een gelofte gedaan hebben.
 Wij hebben vier Anders, onder ons zijn.
,
 een gelofte Namelijk der Nazireën. Zie van dezelve Num 6 , hier voren Act 18:18 .
,
 gedaan hebben Grieks hebbende ene belofte opzich, of, over henzelven.
24Neem dezen tot u, en heilig u met hen, en doe de onkosten nevens hen, opdat zij het hoofd bescheren mogen; en allen mogen weten, dat er niets is aan hetgeen, waarvan zij, aangaande u, bericht zijn; maar dat gij alzo wandelt, dat gij ook zelve de wet onderhoudt.
 heilig u met Of, reinig; namelijk volbrengende en afleggende het nazireërschap met uw hoofd te bescheren en offeranden op te offeren, om te tonen dat gij geen verachter der wet zijt. Dezen raad geven zij, op hoop dat Paulus daarmede de kwade geruchten zou wegnemen van hem gestrooid dat hij een verachter der wet was, en om meerder gevaar van ongerustheid in de gemeente te voorkomen; en was in zichzelven niet ongeoorloofd, hoewel de uitkomst geleerd heeft dat zij niet bekwaam genoeg geweest is om de Joden te stillen. Doch Paulus' bescheidenheid is evenwel te prijzen, dat hij het ouderlingschap zoveel ontzag toegedragen heeft, dat hij hun raad niet heeft willen versmaden, maar volgen om der zwakken wil; zie 1Co 9:20 .
,
 de onkosten nevens Namelijk die tot de offeranden en anderszins moesten gedaan worden, die beschreven worden Num 6:19 , Num 6:21 .
,
 de wet Namelijk der ceremoniën.
,
 onderhoudt Grieks bewaart; hetwelk Paulus deed voor een tijd bij de zwakke Joden, om hen te beter te gewinnen.
Copyright information for DutSVVA