Acts 26:7
7Tot dewelke onze twaalf geslachten, geduriglijk nacht en dag God dienende, verhopen te komen; over welke hoop ik, o koning Agrippa, van de Joden word beschuldigd. ▼▼ Tot dewelke Namelijk hoop, dat is gehoopte zaak, of belofte, dat is beloofde zaak.
,
▼
,
▼▼ geduriglijk Grieks in gedurigheid, of in vurigheid.
,
▼▼ verhopen te Welke hoop namelijk in zichzelve wel goed is, maar hierin gebrekkelijk, dat zij nog hopen of verwachten hetgeen in Christus Jezus alrede is vervuld.
,
▼▼ over welke hoop Dat is, over de vervulling van welke hoop, enz. Waarin ook de hoop der opstanding der doden en vooral van den Messias is begrepen; hetwelk hij zonder twijfel uit de Schriften der profeten had bewezen, gelijk hij doet Act 13:33 , en vervolgens; gelijk de navolgende reden van Paulus verklaart.
Copyright information for
DutSVVA