Acts 4:32

32En de menigte van degenen, die geloofden, was een hart en een ziel; en niemand zeide, dat iets van hetgeen hij had, zijn eigen ware, maar alle dingen waren hun gemeen.
 een hart en Dat is, zeer grote enigheid, zo in de leer en in het gevoelen, als in de gemoederen en toegenegenheid tot elkander in liefde en vrede.
,
 zijn eigen ware, Zie hiervan Act 2:44 , en Act 5:4 .
Copyright information for DutSVVA