Acts 8:27-28

27En hij stond op en ging heen; en ziet, een Moorman, een kamerling, en een machtig heer van Candace, de koningin der Moren, die over al haar schat was, welke was gekomen om aan te bidden te Jeruzalem;
 een kamerling, Grieks Eunuchus; dat is, gesnedene, gelijk zodanige meest voor kamerlingen bij grote vorstinnen gebruikt werden. Hoewel dit woord ook mede genomen wordt voor allerlei grote heren, die in der koningen hoven dienen; Gen 37:36 ; Est 1:10 .
,
  Candace, Gelijk alle koningen in Egypte Farao genaamd werden, zo werden ook alle koningen van Ethiopië of Morenland, hetwelk meest door vrouwen geregeerd werd, Candace genaamd. Zie Plinius lib.6, cap.29.
,
 aan te bidden Dat is, den godsdienst te plegen, die door God te Jeruzalem was opgericht, waarvan het aanbidden een der voornaamste delen was. Zie 1Ki 8:41 .
28En hij keerde wederom, en zat op zijn wagen, en las den profeet Jesaja.
Copyright information for DutSVVA