Acts 9:1

1En Saulus, blazende nog dreiging en moord tegen de discipelen des Heeren, ging tot de hogepriester,
 blazende nog Namelijk na den dood van Stefanus; ene gelijkenis genomen van de leeuwen of beren, een prooi najagende; of gelijk de bittere vijanden zich tegen anderen plegen aan te stellen.
,
 de discipelen Dat is, degenen, die Christus aanhingen, en daarna te Antiochië eerst Christenen genaamd werden; Act 11:26 .
,
 hogepriester, Namelijk en den oppersten Raad der Joden, waarvan hij het hoofd was; Act 22:5 , bij welken Raad de kennis en het opperste oordeel toen stond van de zaken der Joodse religie, ook in de synagogen buiten het Joodse land. Zie 2Ch 19:10 ; Act 18:15 .
Copyright information for DutSVVA