Amos 9:3

3En al verstaken zij zich op de hoogte van Karmel, zo zal Ik ze naspeuren en van daar halen; en al verborgen zij zich van voor Mijn ogen in den grond van de zee, zo zal Ik van daar een slang gebieden, die zal ze bijten.
 Karmel, Zie 2Ki 19:23 . Hebr. hoofd van Karmel.
,
 halen; Hebr. nemen. Zie Jer 37:17 .
,
 van voor Mijn ogen Menende dat Ik hen daar niet zou kunnen zien en vinden.
,
 gebieden, Dat is, door mijne regering beschikken, dat zij [als op een bijzonder bevel] zulks doe; zie Lev 25:21 , en verg. 2Ki 18:25 , met de aantekening, alzo in het volgende van het zwaard, vs.4, en het roepen der wateren, vs.6.
Copyright information for DutSVVA