Amos 9:3-4
3En al verstaken zij zich op de hoogte van Karmel, zo zal Ik ze naspeuren en van daar halen; en al verborgen zij zich van voor Mijn ogen in den grond van de zee, zo zal Ik van daar een slang gebieden, die zal ze bijten. ▼ , ▼ , ▼▼ van voor Mijn ogen Menende dat Ik hen daar niet zou kunnen zien en vinden.
,
▼ 4En al gingen zij in gevangenis voor het aangezicht hunner vijanden, zo zal Ik van daar het zwaard gebieden, dat het hen dode; en Ik zal Mijn oog tegen hen zetten ten kwade, en niet ten goede. ▼▼ gevangenis Menende alsdan vrij en het zwaard ontkomen te zijn.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA