Colossians 1:10
10Opdat gij moogt wandelen waardiglijk den Heere, tot alle behagelijkheid, in alle goede werken vrucht dragende, en wassende in de kennis van God; ▼▼ waardiglijk Dat is, gelijk het betaamt dien, die den Heere kennen, belijden en liefhebben. Zie dergelijke
Rom 16:2;
Eph 4:1.
,
▼▼ tot alle behagelijkheid, Dat is, om den Heere in al uwen wandel te mogen behagen.