Colossians 1:26-27

26Namelijk de verborgenheid, die verborgen is geweest van alle eeuwen en van alle geslachten, maar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen;
 die verborgen is Zie de verklaring hiervan in de aantekeningen Eph 3:5, enz.
27Aan wie God heeft willen bekend maken, welke zij de rijkdom der heerlijkheid dezer verborgenheid onder de heidenen, welke is Christus onder u, de Hoop der heerlijkheid;
 de rijkdom der Dat is, de overvloed en heerlijkheid; of de heerlijke overvloedigheid.
,
 welke Namelijk rijkdom der heerlijkheid.
,
 is Christus Want in Hem zijn alle schatten der wijsheid en kennis Gods verborgen, gelijk Hij hierna spreekt Col 2:3. Die dan Christus in zich heeft wonende door het geloof, die heeft alles met Hem; Rom 8:32.
,
 de Hoop der Dat is, in wien en door wien wij de hoop der eeuwige heerlijkheid ontvangen.
Copyright information for DutSVVA