Colossians 3:5

5Doodt dan uw leden, die op de aarde zijn, namelijk hoererij, onreinigheid, schandelijke beweging, kwade begeerlijkheid, en de gierigheid, welke is afgodendienst.
 Doodt dan Namelijk meer en meer; want hij heeft tevoren gezegd, dat zij alrede gestorven waren, vs.3, namelijk, ten aanzien van de heersende macht der zonde, hoewel de overblijfselen daarvan allengskens meer en meer moesten teniet gedaan worden; Rom 6:12, enz.
,
 uw leden Dat is, de kwade bewegingen, die nog in uwe leden zijn, of, die als leden zijn van dit lichaam der zonde, gelijk hij tevoren heeft gesproken, Col 2:11; want gelijk de mens door de leden zijns lichaams zijns werkingen uitvoert, alzo werpt ook deze verdorvenheid in den mens door hare verscheidene begeerten, hare lusten uit, tenzij die door Gods Geest van ons wederstaan en gedood worden. Zie Rom 8:13-14.
,
 die op de aarde zijn, Alzo noemt de apostel de kwade begeerten, omdat zij den mens altijd tot aardse dingen bewegen, namelijk tot begeerlijkheid des vleesches, begeerlijkheid der ogen en hovaardij des levens, 1Jo 2:16; waarvan wij in den hemel gans vrij zullen zijn; Rev 21:27.
,
 onreinigheid, Daardoor worden de andere soorten van onkuischheid verstaan, als overspel en dergelijke besmettingen des vleesches.
,
 schandelijke Het Griekse woord Pathos betekent zulke beweging, waardoor iemand ontucht lijdt, ook zelfs die tegen de natuur is, gelijk Paulus daarvan breder handelt Rom 1:26, enz.
,
 Afgodendienst De reden, waarom de gierigheid afgodendienst genaamd wordt, zie in de aantekening op Eph 5:5; Rev 22:15.
Copyright information for DutSVVA