Daniel 4:8

8Totdat ten laatste Daniël voor mij inkwam, wiens naam Beltsazar is, naar den naam mijns gods, in wien ook de geest der heilige goden is; en ik vertelde den droom voor hem, zeggende:
  Totdat ten laatste Daniël voor mij inkwam, Te weten toen nu de koning raad noch troost bij zijne Chaldeën vond. Het schijnt wel, indien hij bij hen [bij wie hij tevoren geen troost gevonden had] de uitlegging van zijn droom had kunnen vinden, dat hij Daniël geen raad zou gevraagd hebben, die hem nochtans tevoren zijn droom gezegd en de uitlegging gedaan had.
,
  Beltsazar is, Aangaande den naam Beltsazar, zie de aantekening (33) bij hfdst.1:7.
,
 mijns gods, De koning noemt zijn afgod zijnen god; waaruit wederom blijkt dat hij nu nog te dezer tijd tot den waren God niet bekeerd was. En versta hier den afgod Bel, van welken zie breder boven Dan 1:2 , en Isa 46:1 .
,
 de geest der heilige goden is; Dat is, een hemelse en van boven komende wijsheid en wetenschap, om te verklaren verborgen dingen en te voorzeggen toekomende dingen.
Copyright information for DutSVVA