Daniel 6:13

13[06:14] Toen antwoordden zij, en zeiden voor den koning: Daniël, een van de gevankelijk weggevoerden uit Juda heeft, o koning! op u geen acht gesteld, noch op het gebod dat gij getekend hebt; maar hij bidt op drie tijden 's daags zijn gebed.
  Daniël, Zie de arglistigheid van deze boeven: hadden zij eerst laten blijken dat het hun om Daniël te doen was, zo zouden zij in gevaar en vrees gestaan hebben dat de koning hen niet zou gehoord hebben, maar nu openbaren zij zichzelven.
,
 een van de gevankelijk weggevoerden uit Juda Dit voegen zij hierbij om Daniël vanwege zijn land en staat [zijnde een gevangen Jood] bij den koning hatelijk te maken, alsof zij zeiden: Dat een Babyloniër, Perziaan, of Meder dus ongehoorzaam ware, hij zou een zware straf verdienen: hoeveel meer een gevangen Jood.
,
 heeft, o koning Alsof zij zeiden: Hij heeft uwe majesteit klein, ja van gene waarde geacht, en hij heeft uwe wet niet gehoorzaamd; staat u dat te lijden, heer koning?
,
  op drie tijden 's daags zijn gebed Te weten gelijk hij gewoon was te doen eer dit plakkaat afgekondigd was. Zie boven vs.11.
Copyright information for DutSVVA