‏ Daniel 6:16

16[06:17] Toen beval de koning, en zij brachten Daniël voor, en wierpen hem in den kuil der leeuwen; en de koning antwoordde en zeide tot Daniël: Uw God, Dien gij geduriglijk eert, Die verlosse u!
 Uw God, Dien gij geduriglijk eert, Hier wenst Darius dat God zijn getrouwen dienaar Daniël wilde verlossen, bevindende dat hij [alhoewel hij tevoren geordineerd had, dat men van niemand iets dan van hem zou verzoeken] niet machtig was Daniël te helpen. Te gelijk geeft hier Darius genoegzaam te kennen dat het hem van harte leed was, dat hij Daniël moest laten werpen in den kuil der leeuwen, maar dat hij het niet kon verhinderen, zijnde daartoe gedwongen van de vorsten des rijks.
,
 Die verlosse u Of, die zal u verlossen.
Copyright information for DutSVVA