‏ Daniel 7

1In het eerste jaar van Belsazar, den koning van Babel, zag Daniël een droom, en gezichten zijns hoofds, op zijn leger; toen schreef hij dien droom, en hij zeide de hoofdsom der zaken.
  het eerste jaar van Belsazar, In dit hfdst. wordt voorgesteld dezelfde profetie van de vier monarchieën [doch met een ander gezicht] die in Dan 2 voorgedragen is.
,
  zag Daniël een droom, Tot hiertoe zijn verhaald de gezichten, die de koningen van Babel gehad hebben, welke Daniël heeft uitgelegd; nu volgen de gezichten, die Daniël zelf gehad heeft.
,
 schreef hij dien droom, Opdat hij nimmermeer in vergeting komen zou, want dit werd Daniël niet voor zichzelven geopenbaard, maar tot stichting en onderwijzing der ganse gemeente.
,
 hij zeide Welverstaande, eerst tot de Joden, doch tot dienst van de kerk, zo van het Oude als van het Nieuwe Testament.
,
 de hoofdsom Chaldeeuws, het hoofd.
,
 der zaken Of, der woorden, te weten die hij in dat gezicht gezien of gehoord had.
2Daniël antwoordde en zeide: Ik zag in mijn gezicht bij nacht, en ziet, de vier winden des hemels braken voort op de grote zee.
 de vier winden des hemels braken voort Een voorbeeld van krijg en oorlog, dat namelijk het ene koninkrijk tegen het andere zou opstaan, het ene zoekende het andere te onderdrukken en te verdelgen, hetwelk alles niet bij geval geschiedt, maar gelijk God de Heere zulks in zijn raad besloten en verordineerd had.
,
 op de grote zee Dat is, op de aarde, in deze wereld. De zin is dat de wereld zijn zal als een onstuimige zee, die met verscheidene winden [tegen elkander aanstotende] zou beroerd worden, alsof al de wolken en winden tezamen tegen elkander aanliepen, alles in roer stellende. Zie Rev 17:1 , Rev 17:15 .
3En er klommen vier grote dieren op uit de zee, het ene van het andere verscheiden.
 vier grote dieren op De vier monarchieën worden betekend door de grote dieren, vs.17, gelijk ook door het grote beeld, Dan 2 . De grote koninkrijken of monarchieën worden bij felle beesten vergeleken, omdat gemeenlijk grote rijken grote wreedheid aanrichten, met moorden, branden, roven en andere wreedheden en ongeregeldheden. Vergelijk Isa 5:29 .
,
 uit de zee, Dat is uit de aarde, in de wereld, die groot, wijd en breed is, en nimmermeer stil, maar altijd woelende, gelijk de onstuimige zee. Daar geschiedt nimmermeer verandering van rijken en landen, dan met grote beroerten en bloedstortingen.
,
 het ene van het andere Chaldeeuws, die van die.
,
 verscheiden Te weten in de manier van regering en andere dingen meer, gelijk dit ook is afgebeeld geworden door de verscheidene soorten van metalen in de beeltenis, die Nebukadnezar is vertoond geworden, Dan 2 .
4Het eerste was als een leeuw, en het had arendsvleugelen; ik zag toe, totdat zijn vleugelen uitgeplukt waren, en het werd van de aarde opgeheven, en op de voeten gesteld, als een mens, en aan hetzelve werd eens mensen hart gegeven.
 als een leeuw, Hierdoor wordt de moed, dapperheid en roofgierigheid der Babylonische monarchie afgebeeld, inzonderheid van Nebukadnezar den Grote, die Dan 2 bij een gouden hoofd, en Dan 4 bij een groten boom vergeleken wordt. Zie deze gelijkenis ook Isa 5:29 , en Jer 4:7 . Vergelijk ook Nah 2:11-12 .
,
 het had arendsvleugelen; Hiermede werd afgebeeld Nebukadnezars snelheid in den krijg. Zie Isa 5:26 ; Jer 4:13 , en Jer 48:40 ; Eze 17:3 ; Hab 1:8 .
,
 zijn vleugelen uitgeplukt waren, Dat is, landen en steden, de macht en heerlijkheid des rijks, door de Meden en Perzen hem afgenomen werden, gelijk Jer 50:21 voorzegd was. Anderen verstaan door de vleugels den moed en de dapperheid der Babyloniërs, die alle andere natiën in moed en dapperheid plachten te overtreffen.
,
 het werd van de aarde opgeheven, Dat is, zijne macht, heerschappij en gebied [waardoor het zich boven alle andere mensen verhief] werd hem benomen. Want de Assyriërs en Chaldeën zijn niet ten enenmale uit de aarde uitgeroeid. Anders: met welke het van de aarde opgeheven werd.
,
 op de voeten gesteld, Dat is, de Chaldeën, die tevoren als met arendsvleugelen hoog in de lucht vlogen en alle andere natiën verachtten, moesten daarna als andere gemene lieden op de aarde gaan, ja anderen dienen, niet meer zijnde als leeuwen, maar als andere bijzondere personen, van hunne macht beroofd zijnde.
,
 als een mens, Dat is, als andere mensen, die geen heerschappij noch gebied over land en lieden hadden.
,
 aan hetzelve Te weten dier, dat is, den Chaldeën en Babyloniërs, als zij nu bloot en zonder vederen waren.
,
 eens mensen hart Dat is een versaagd hart, als van een arm verslagen menschenhart, inplaats van een onversaagd leeuwenhart. Xenophon getuigt dat Cores den Babyloniërs de wapenen heeft doen afleggen, het land doen bouwen, belasting doen betalen en de Perzen doen eren en gehoorzamen, gelijk hunne heren, en derzelve garnizoenen hunne soldijen betalen. Vergelijk Jer 51:30 .
,
 gegeven Te weten van God.
5Daarna, ziet, het andere dier, het tweede, was gelijk een beer, en stelde zich aan de ene zijde, en het had drie ribben in zijn muil tussen zijn tanden; en men zeide aldus tot hetzelve: Sta op, eet veel vlees.
 het andere dier, Dat is, een ander dier dan het Chaldeeuwse bij een leeuw vergeleken, vs.14, namelijk de monarchie der Perzen, die straks de Chaldeeuwse monarchie gevolgd is; bij zilver vergeleken, Dan 2:32 .
,
 een beer, Hiermede wordt het rijk der Perzen afgebeeld, omdat zij wreed, woest, wild, gruwzaam en verschrikkelijk waren, gelijk de wilde woudberen, niet van zulken hogen en edelen aard als de leeuw, vs.4. Zie boven Dan 2:39 . Doch de Heere heeft hunne wreedheid bedwongen, ten aanzien van zijn volk.
,
 stelde zich aan de ene zijde, Dat is, het Perzische rijk heeft eerst aan de ene zijde der wereld begonnen, te weten in het oosten, zijnde klein in het eerst, besloten tussen zijn bergen, een natie die niet zeer groot geacht was. Evenwel slokte hij het eerst de Meden in, daarna ook de Babyloniërs, en maakte er eene heerschappij van. Anders: hetwelk ene heerschappij heeft opgericht.
,
 drie ribben in zijn muil tussen zijn tanden; Dat is, naar de uitlegging van enigen, drie grote tanden, als ribben. Sommigen verstaan door deze drie ribben die volken, die van de Perzen aan het westen, noorden en zuiden, zijn ondergebracht, Dan 8:4 ; ja die zij als verscheurd en verslonden hebben door hun grote krijgsmacht. Sommigen menen dat door deze drie ribben betekend worden de overgrote wreedheid van dit dier, namelijk der Perzische monarchie.
,
 men zeide aldus tot hetzelve De zin is dat God de Perzen, door zijn heimelijken raad daartoe verwekt en gedreven heeft, dat zij vele volken door krijgsmacht dwingen en ten onderbrengen zouden. Vergelijk Isa 21:2 . Chaldeeuws, en zij zeiden, te weten de engelen, door het bevel van God.
,
 eet veel vlees Hiermede wordt aangewezen de grote wreedheid en bloeddorstigheid der Perzen, hetwelk Thomyris, de koningin van Scytië, den koning Cyrus verweten heeft, toen zij hem in een veldslag overwonnen en zijn hoofd afgehouwen en in een kuip vol mensenbloed gestoken hebbende, overluid riep: Verzadig u nu met bloed, daar gij zozeer naar gedorst hebt. Justin. lib.3, en Oros. lib.2.
6Daarna zag ik, en ziet, er was een ander dier, gelijk een luipaard, en het had vier vleugels eens vogels op zijn rug; ook had hetzelve dier vier hoofden, en aan hetzelve werd de heerschappij gegeven.
 zag ik, Dit is, mij werd in een gezicht gewezen.
,
 een ander dier, Namelijk de monarchie van Alexander den Grote, of het Macedonischer, of het Griekse rijk of monarchie.
,
 een luipaard, De pardus of pardel is listig en snel, Jer 5:6 ; Hos 13:7 ; Hab 1:8 . Alzo waren de aanslagen van den koning Alexander den Grote listig, en hij was snel en moedig in het innemen van landen en steden.
,
 vier vleugels eens vogels op zijn rug; Hiermede wordt ook te kennen gegeven de snelle voorgang van Alexander den Grote. Vergelijk Dan 8:5 . Doch sommigen verstaan door de vier vleugelen op den rug de vier vorsten, die na den dood van Alexander zijne rijken onder zich verdeeld hebben, Dan 8:8 .
,
 vier hoofden, Deze vier hoofden betekenen ook de verdeling der monarchie van Alexander, onder vier voorname heren of hoofden van zijn leger, die, nadat zij lang met elkander om de heerschappijen gestreden hadden, zo hebben zij eindelijk dezelve onder zich verdeeld, alzo dat Seleucus voor zijn deel heeft gekregen Groot-Azië; Antigonus Klein-Azië; Cassander, [welke Antipater opgevolgd is] is geworden koning van Macedonië; Ptolemoeus, de zoon van Lagus, heeft Egypte tot zijn deel gekregen.
,
 hetzelve werd de heerschappij gegeven Te weten Alexander de Grote werd van God de heerschappij gegeven, alzo dat hij met kleine legers zeer grote overwonnen heeft.
7Daarna zag ik in de nachtgezichten, en ziet, het vierde dier was schrikkelijk en gruwelijk, en zeer sterk; en het had grote ijzeren tanden, het at, en verbrijzelde, en vertrad het overige met zijn voeten; en het was verscheiden van al de dieren, die voor hetzelve geweest waren; en het had tien hoornen.
 het vierde dier Eenigen verstaan hier door het vierde dier de monarchie der Romeinen, en passen daarop al hetgeen in dit hfdst. van het vierde dier gezegd wordt. Maar anderen duiden het op het rijk der Seleuciden en Lagiden, die de rijken van Alexander den Grote onder zich verdeeld en lange jaren ingehouden hebben, zij en hunne nakomelingen, die de Joden zeer jammerlijk geplaagd hebben, gelijk in de historie der Machabeën te lezen is.
,
 was schrikkelijk en gruwelijk, Doordien het alle omliggende natiën groten schrik en bangheid, schade en verderf heeft aangebracht, hetwelk waarachtig is zo van de Romeinen als van de Seleuciden inzonderheid Antiochus Epifanes.
,
 grote ijzeren tanden, Dat is, grote veldlegers en machtige oversten, mitsgaders allerlei krijgsinstrumenten en gereedschap. Zie boven Dan 2:40 , daar wordt het genoemd hard als ijzer.
,
 vertrad De zin is: Die het niet ten enenmale verscheurde, die beschadigde het ten hoogste, en bracht hen onder zijne voeten en maakte hen dienstbaar.
,
 het was verscheiden van al de dieren, Het kon vanwege zijne wreedheid en grootheid, noch met de vorige, noch met enig ander dier vergeleken worden, daarom geeft het de profeet hier geen naam. Die dit op het Romeinse rijk duiden, verstaan het woord verscheiden, van de verscheidene wijzen op welke het Romeinse rijk werd geregeerd, eerst door koningen, daarna door consuls, daarna door tienmannen, daarna wederom door consuls; ten laatste door cesars of keizers.
,
 tien hoornen Sommigen, die dit van het Romeinse rijk verstaan, nemen tien voor velen, gelijk Gen 31:41 . Anderen verstaan precies tien koningen, of rijken, of provinciën, omdat het Romeinse rijk verscheidene koningen gehad, en ook verscheidene koninkrijken onder zich gebracht heeft; of, gelijk sommigen, omdat het Romeinse rijk daarna in verscheidene bijzondere koninkrijken is verdeeld. Anderen duiden het op de Seleuciden, en noemen tien koningen [nochtans eensdeel uit de Lagiden, anderdeels uit de Seleuciden ] die elkander gevolgd zijn en de Joodse kerk zeer geplaagd hebben. Zij worden met recht bij horens vergeleken, omdat gelijk de gehoornde beesten andere beesten of mensen met hunne hoornen aanlopen, stoten en kwetsen, alzo hebben ook die koningen vele mensen, inzonderheid Gods kerk, veel leed gedaan.
8Ik nam acht op de hoornen, en ziet, een andere kleine hoorn kwam op tussen dezelve, en drie uit de vorige hoornen werden uitgerukt voor denzelven; en ziet, in dienzelven hoorn waren ogen als mensenogen, en een mond, grote dingen sprekende.
 Ik nam acht op de hoornen, Alzo betaamt het ons ook op deze profetieën wel te letten, opdat wij ze mogen verstaan. Vergelijk Mat 24:15 .
,
 een andere kleine hoorn kwam op tussen dezelve, Anders: de laatste hoorn die klein was. Velen verstaan door dezen kleinen hoorn den Roomsen Antichrist, die, bij de scheuring van het Romeinse rijk van kleine beginselen is opgekomen, en zulks alles gedaan heeft, gelijk hier en vs.24,25 voorzegd wordt. Anderen verstaan Antiochus Epifanes, die de geringste onder die hoornen, dat is koningen was. Zie onder Dan 11:21 . Eenigen verstaan den Turk, enz.
,
 in dienzelven hoorn waren ogen als mensenogen, Versta dit alzo dat degenen, die door dezen hoorn beduid wordt, zich, zoveel den uitwendigen schijn belangt, zeer beleefdelijk heeft weten aan te stellen, maar dat hij inderdaad een geveinsde boef was.
,
 een mond, Lasterlijke en smadelijke redenen tegen God en zijn heilige kerk. Zie onder vs.25.
9Dit zag ik, totdat er tronen gezet werden, en de Oude van dagen Zich zette, Wiens kleed wit was als de sneeuw, en het haar Zijns hoofds als zuivere wol; Zijn troon was vuurvonken, deszelfs raderen een brandend vuur.
 totdat er tronen gezet werden, Dat is, totdat de tijd gekomen was, dat God gericht over die tirannen gehouden, hen gestraft en zijn volk van hunne tirannie verlost heeft. Anders: totdat zij [te weten de engelen] de tronen [te weten van de koningen der aarde] hebben henengeworpen. Anderen nemen het in dezen zin: Totdat die koningen hunne tronen, of koninklijke stoelen, verlatende, voor God weken, toen God nakende was ten gericht, totdat Hij zijn troon boven alle andere zou oprichten.
,
 de Oude van dagen Zich zette, Dit is ene omschrijving van den eeuwigen waren God, die vóór alle eeuwigheid geweest is, nu is, en in alle eeuwigheid zijn zal; alzo ook vs.13, 22.
,
 wit was als de sneeuw, Koningen en vorsten droegen eertijds witte klederen; zie Gen 41:42 , en Est 8:15 . Zodat het hier betekent de majesteit van God.
,
 als zuivere wol; Afbeeldende de reinheid Gods. Vergelijk Psa 51:6 ; Rom 3:4 .
,
 Zijn troon Eigenlijk te spreken heeft God noch troon, noch stoel, en wordt Hij met geen raderen voortgetrokken; maar het heeft Hem belieft zich zijnen profeten in verscheidene gedaanten te vertonen, om hun enig bewijs zijner tegenwoordigheid te geven.
,
 vuurvonken, Of, vuurspranken, afbeeldende den toorn en het strenge gericht van God. Want gelijk het vuur alles verslindt, alzo is ook God een verterend vuur voor de goddelozen.
10Een vurige rivier vloeide, en ging van voor Hem uit, duizendmaal duizenden dienden Hem, en tien duizendmaal tien duizenden stonden voor Hem; het gericht zette zich, en de boeken werden geopend.
 Een vurige rivier vloeide, Of, ene rivier van vuur. Dit betekent de grootheid en strengheid der oordelen Gods, om alle vijanden snellijk en met geweld te overrompelen en te verteren. Gelijk niemand den loop der rivier kan afstoppen of ophouden, maar men moet ze haren gang laten gaan; alzo is er geen creatuur zo machtig, die de oordelen Gods kan ophouden of verhinderen. Vergelijk Psa 50:3 , en Psa 97:3 .
,
 van voor Hem uit, Of, van zijne tegenwoordigheid; te weten van de tegenwoordigheid van den Rechter, die op den troon zat.
,
 duizendmaal duizenden dienden Hem, Vergelijk 2Ki 6:17 ; Psa 34:8 , en Psa 68:18 ; Mat 26:53 ; Heb 12:22 ; Rev 5:11 ; een zeker getal wordt gezet voor een ontelbaar groot getal.
,
 tien duizendmaal tien duizenden Dit getal is honderdmaal groter dan het vorige. Het getal der engelen is voor ons ontelbaar. Zie Heb 12:22 .
,
 stonden voor Hem; Passende op zijn dienst. Zie Psa 103:20 .
,
 het gericht zette zich, Dat is, de Rechter, te weten die heilige engelen. Zie Dan 4:17 . Versta ook, de gelovigen met hun Hoofd Christus. Zie onder vs.22; Psa 50:6 .
,
 de boeken werden geopend Dat is, alles werd nauw onderzocht, wat tot beschuldiging en ontschuldiging kon bijgebracht worden; opdat men daaruit nam wat die vervolgers aan het volk Gods begaan hadden, om daaruit een vonnis te scheppen, menselijkerwijze gesproken. Zie Psa 139:16 ; Rev 20:12 . Eenigen verstaan hier door de boeken eens ieders conscientie.
11Toen zag ik toe vanwege de stem der grote woorden, welke die hoorn sprak; ik zag toe, totdat het dier gedood, en zijn lichaam verdaan werd, en overgegeven om van het vuur verbrand te worden.
 Toen zag ik toe Dat is, mijne gedachten waren nog denkende op dat gezicht, dat mij vertoond was.
,
 vanwege de stem der grote woorden, Dat is, vanwege de gruwelijke godslasteringen en smaadwoorden, die hij tegen God en de kerk uitspreken zou.
,
 totdat het dier gedood, Dat is, totdat de macht dezer koningen, mitsgaders hun rijk teniet gebracht was.
,
 zijn lichaam verdaan werd, Dat is, totdat het koninkrijk dezer koningen geen koninkrijk meer was.
,
 om van het vuur verbrand te worden Chaldeeuws, tot de verbranding van het vuur.
12Aangaande ook de overige dieren, men nam hun heerschappij weg, want verlenging van het leven was hun gegeven tot tijd en stonde toe.
 Aangaande ook de overige dieren, Daar is vs.11 gesproken van den ondergang van het vierde rijk; in dit vs. spreekt de profeet van den ondergang van het overblijfsel der andere rijken.
,
 men nam hun heerschappij weg, Dat is, de overblijfsels der voorverhaalde drie rijken zijn met dit vierde rijk ook vervallen.
,
 want verlenging van het leven Dit is de reden, waarom die rijken niet eerder zijn tenondergegaan dan met het vierde rijk.
,
 gegeven Te weten van God.
,
 tot tijd en stonde toe Zie boven Dan 2:21 .
13Verder zag ik in de nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken des hemels, als eens mensen zoon, en Hij kwam tot den Oude van dagen, en zij deden Hem voor Denzelven naderen.
 zag ik in de nachtgezichten, Met deze herhaling geeft Daniël te kennen, dat hij nauw gelet heeft op hetgeen hem God openbaarde.
,
 daar kwam Een met de wolken des hemels, Om, nadat Hij op aarde de verborgenheid onzer zaligheid zou verricht hebben, ten hemel opgenomen te worden tot zijnen Vader, en aan zijne rechterhand te zitten, te regeren en te oordelen de levenden en de doden.
,
 als eens mensen zoon, Hierdoor werd de Messias of Christus afgebeeld, gelijk Rev 1:13 , die in het vlees verschijnen zou, maar nog niet verschenen was. Zie Gal 4:4 . En merk, dat hier in den Chaldeeuwsen tekst een woord staat, hetwelk betekent een broos en krank mens, betekenende dat Christus de menselijke natuur met al hare krankheden zou aannemen, de zonde uitgenomen.
,
 Hij kwam tot den Oude van dagen, Of, daarna kwam Hij. De zin is dat Christus, volbracht hebbende het werk onzer verlossing, tot zijn hemelsen Vader ten hemel is opgevaren. Vergelijk hiermede Joh 16:16 , Joh 16:28 , en Act 1:9 .
,
 zij deden Hem voor Denzelven naderen Te weten de heilige engelen Gods. Te weten om te zitten ter rechterhand zijns Vaders, en van Hem te ontvangen eer, heerlijkheid en heerschappij over alles wat genaamd mag worden, gelijk vs.14, gezegd wordt. Zie ook Act 2:34 , Act 2:36 ; Eph 1:20 ; Phi 2:9 .
14En Hem werd gegeven heerschappij, en eer, en het Koninkrijk, dat Hem alle volken, natiën en tongen eren zouden; Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet vergaan zal, en Zijn Koninkrijk zal niet verdorven worden.
 Hem werd gegeven heerschappij, Te weten Christus, als Middelaar, is van den Vader gegeven, enz. Vergelijk dit met Mat 28:18 ; Act 2:33-34 , Act 2:36 ; Heb 1:3-4 .
,
 het Koninkrijk, Niet een werelds koninkrijk om lichamelijk op aarde te regeren; maar een geestelijk koninkrijk, opdat Hij heerse in het midden zijner vijanden, zo door de krachtige predikatie van het Evangelie in de harten der uitverkorenen, als door het bedwingen der verworpenen, die de uitverkorenen, Christus belijdende, vervolgen. Vergelijk Psa 110 .
,
  alle volken, natiën en tongen eren zouden; Niet allen hoofd voor hoofd, maar uit alle volken, natiën en tongen der ganse wereld, een grote menigte; en aangaande zijne vijanden, zal Hij verheerlijkt worden door derzelver rechtvaardige straf. Ten dezen aanzien komt Christus met recht toe, ja Christus alleen en geen schepselen, de titel van Koning der koningen en Heere der heren. Vergelijk Psa 2:8 ; Eph 1:21-22 ; Phi 2:9-11 ; Rev 19:16 .
,
 die niet vergaan zal, Of, die niet weggenomen zal worden.
,
  zal niet verdorven worden Want, ofschoon het hier op aarde wordt bestreden en bevochten van zijne vijanden, zo zal en kan het niet uitgeroeid worden, maar het zal altijd blijven.
15Mij Daniël werd mijn geest doorstoken in het midden van het lichaam, en de gezichten mijns hoofds verschrikten mij.
  Mij, Daniël Of, mij Daniël aangaande, mijn geest werd, enz.
,
 doorstoken Of, doorboord, doorgraven alsof mijn geest ware doorschoten geweest; namelijk, dewijl ik niet wist wat dit gezicht beduidde. Anders: beroerd, ontsteld.
,
 van het lichaam, Chaldeeuws, der schede: omdat de ziel van den mens in zijn lichaam bedekt en verborgen is, gelijk een zwaard in de schede.
16Ik naderde tot een dergenen, die daar stonden, en verzocht van hem de zekerheid over dit alles; en hij zeide ze mij, en gaf mij de uitlegging dezer zaken te kennen.
 naderde tot een dergenen, Te weten tot een van de engelen, van wie vele duizenden waren, die voor den Heere stonden om op zijn dienst te passen, boven vs.10.
,
 de zekerheid over dit alles; Of, de gewisheid, dat is, de rechte mening, het ware bericht.
,
 gaf mij de uitlegging Dit belooft Christus allen die Hem bidden, Mat 7:7-8 .
,
 zaken te kennen Chaldeeuws, dezer woorden; dat is, der dingen mij in die gezichten vertoond.
17Deze grote dieren, die vier zijn, zijn vier koningen, die uit de aarde opstaan zullen.
 zijn Dat is, betekenen of zijn voorbeelden.
,
 vier koningen, Dat is, vier koninkrijken of monarchieën. Zie boven vs.3.
,
 uit de aarde vs.3 zegt hij, uit de zee. Zie de aantekening aldaar.
,
 opstaan zullen Het ene, namelijk de monarchie der Chaldeën, was wel alrede opgestaan, zodat de profeet zegt dat zij opstaan zouden, ten aanzien van de overblijvende drie koninkrijken.
18Maar de heiligen der hoge plaatsen zullen dat Koninkrijk ontvangen, en zij zullen het Rijk bezitten tot in der eeuwigheid, ja, tot in eeuwigheid der eeuwigheden.
 der hoge plaatsen Dat is, die van God verordineerd zijn tot inneming en bezitting der hogere plaatsen, dat is, der hemelen, die zij ter bestemder tijd zullen innemen en bezitten. Zodat dit is ene beschrijving der kerk, welke is ene vergadering der heiligen, tot de hoogten of tot de hoge plaats, dat is, ten eeuwigen leven behorende. Anders: de heiligen des Allerhoogsten zullen, enz. Vergelijk Rev 1:6 , en Rev 5:10 .
,
 dat Koninkrijk ontvangen, Te weten dat eeuwige rijk. vs.14, het heilige en geestelijke koninkrijk van Christus op aarde, zal zo haast niet ophouden, of straks zal dat eeuwig, heerlijk en hemels koninkrijk van Christus daarop volgen boven in den hemel.
19Toen wenste ik naar de waarheid van het vierde dier, hetwelk verscheiden was van al de andere, zeer gruwelijk, welks tanden van ijzer waren, en zijn klauwen van koper; het at, het verbrijzelde, en vertrad het overige met zijn voeten.
 Toen wenste ik Dat is, toen was ik begerig om de waarheid te weten van het vierde dier, dat is aangaande het vier dier.
,
 van al de andere, Te weten van de andere drie, gelijk vs.23; zie breder tot verklaring over dit 19e vs.de aantekening boven vs.7.
20En aangaande de tien hoornen die op zijn hoofd waren, en den anderen, die opkwam, en voor denwelken drie afgevallen waren, namelijk dien hoorn, die ogen had, en een mond, die grote dingen sprak, en wiens aanzien groter was, dan van zijn metgezellen.
 aangaande de tien hoornen Versta hierbij: begeerde ik de waarheid te weten.
,
 aanzien Of, gestalte.
,
  groter was, Hiermede wordt te kennen gegeven dat de Roomse Antichrist, of, gelijk anderen, Antiochus Epifanes, de andere koningen in macht en hoogheid overtreffen zou, alhoewel hun beginsel slecht geweest is, als onwettelijk tot het rijk komende, waarom hij een kleine hoorn genoemd wordt, vs.8.
,
 dan van zijn metgezellen Dat is, dan der andere hoornen, dat is koningen.
21Ik had gezien, dat diezelve hoorn krijg voerde tegen de heiligen, en dat hij die overmocht,
 Ik had gezien, In dit 21ste, en in het volgende vs. (22), geeft Daniël reden, waarom hij zo begerig was om te weten de gelegenheid van dit dier en van zijn doen, namelijk omdat de kerk van dien tijd af wredelijk zou geplaagd worden, totdat de kerk Gods van hare vijanden zou gered worden.
,
 krijg voerde Chaldeeuws, krijg maakte.
,
 tegen de heiligen, Dat is, tegen het volk Gods.
,
 die overmocht, Welke zware vervolgingen en ellenden de kerk geleden heeft en nog lijdt van den Roomsen Antichrist, is bekend; van gelijke heeft Antiochus Epifanes en andere Aziatische koningen, van welken anderen dit verstaan, gedaan aan de Joodse kerk of hen. Gods volk werd in het Joodse land, alsook die schone kerken in Azië en in Afrika, zo tenonder gebracht, dat het zich liet aanzien of het met de kerk Gods ten enenmale gedaan was, en dat er geen hoop meer was dat zij het hoofd weder zou opheffen; doch dit duurde maar een korten tijd.
22Totdat de Oude van dagen kwam, en het gericht gegeven werd aan de heiligen der hoge plaatsen, en dat de bestemde tijd kwam, dat de heiligen het Rijk bezaten.
 Oude van dagen Zie boven vs.9.
,
 kwam, Om zijne kerk zijne hulp te betonen. Dit is voornamelijk geschied na de predikatie van het Evangelie, als de kerk heeft begonnen het hoofd boven te krijgen, na vele verschrikkelijke vervolgingen.
,
 het gericht gegeven werd Te weten in Christus hun Hoofd, ten welken aanzien de heiligen gezegd worden te zijn richters der wereld, goedvindende en prijzende het gericht van Christus. Zie Mat 19:28 ; 1Co 6:2-3 .
,
 de heiligen der hoge plaatsen, Zie boven vs.18.
,
 het Rijk bezaten Dat is, dat zij een naam in de wereld gekregen hadden, doordien het rijk van Christus in zijne heiligen is vermaard geworden.
23Hij zeide aldus: Het vierde dier zal het vierde rijk op aarde zijn, dat verscheiden zal zijn van al die rijken, en het zal de ganse aarde opeten, en het zal dezelve vertreden, en het zal ze verbrijzelen.
 Hij zeide aldus Te weten de engel, dien ik gebeden had dat hij mij die gezichten wilde verklaren, vs.16.
,
 het vierde rijk op aarde zijn, Zie boven vs.7.
,
 dat verscheiden zal zijn van al die rijken, Zie boven vs.7.
,
 de ganse aarde opeten, Dat is, het voornaamste deel der koninkrijken, verstaande dit van het Romeinse rijk. Anders: het ganse land; te weten het ganse Joodse land, duidende dit op de Seleuciden. Vergelijk vs.21, 25, en versta hier door het land, of de aarde, de inwoners, die verslonden en als opgegeten zouden worden.
,
 vertreden, Of, dorsen.
24Belangende nu de tien hoornen: uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan, en een ander zal na hen opstaan; en dat zal verscheiden zijn van de vorigen, en het zal drie koningen vernederen.
 uit dat koninkrijk Zie vs.7.
,
 een ander Te weten de Roomse Antichrist, of, gelijk anderen, Antiochus Epifanes, de laatste van die tien.
,
 na hen opstaan; Te weten na die koningen of hoornen.
,
 die zal verschillend zijn van de vorigen, Te weten hoorn, of die, te weten koning, en alzo in het volgende.
,
 drie koningen vernederen Zie boven vs.8.
25En het zal woorden spreken tegen den Allerhoogsten, en het zal de heiligen der hoge plaatsen verstoren, en het zal menen de tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in deszelfs hand overgegeven worden tot een tijd, en tijden, en een gedeelte eens tijds.
 hij zal Te weten die hoorn, of hij zal, te weten de Antichrist, of, gelijk anderen, Antiochus Epifanes, die niet alleen God zouden lasteren, maar ook wrede vervolgers van Gods volk zijn. Zie Dan 11 .
,
 heiligen der hoge plaatsen Gelijk boven vs.18, 22.
,
 verstoren, Of, verslijten, of afslijten, dat is, doen verouderen en vergaan, gelij klederen, die door ouderdom verslijten.
,
 hij zal menen Of, hij zal onderstaan te veranderen, of het zal denken te veranderen. De zin is: Het zal zo vermetel zijn, dat het voornemen zal, of hopen en vertrouwen zal, de tijden te veranderen, enz.
,
 tijden Eenigen verstaan hier door de tijden den sabbat en de andere feestdagen der Joden, als pinksteren, het feest der tabernakelen en der nieuwe maanden, enz. Zie 1 Mach.1:49; anderen, de rekening der jaren, die door het Romeinse rijk zou veranderd worden. Hetwelk geschied is eerst door Julius Cesar, daarna door den paus Gregorius den dertiende, om alzo zijne macht over de ganse Christenheid te betonen.
,
 de wet te veranderen, Al de wetten en ceremoniën van Mozes af te stoten, den gansen godsdienst af te schaffen, om de heidense afgoderij in te voeren, zo men dit verstaat van Antiochus; of versta Gods wetten in het algemeen, zo men dit duidt op den Antichrist.
,
 zij zullen in zijne hand overgegeven worden Te weten de heiligen, opdat hij hen dode. Of, de tijden en de wet, om die te veranderen naar zijn goeddunken.
,
 tot een tijd, en tijden, Eenigen verstaan hierdoor een jaar, twee jaren en een half jaar; anderen, den tijd van drie jaren en tien dagen; sommigen duizend tweehonderd zestig jaren; anderen, door een tijd, vierhonderd negentig jaren, te rekenen van de wederopbouwing tot de verwoesting van den tempel. Door tijden, een duizend vierhonderd drie en dertig jaren, van de verwoesting van den tempel tot de ontdekking van den Antichrist; door een halven tijd, honderd een en negentig jaren, van den tijd der ontdekking van de Antichrist tot zijn uitroeiing toe. Anderen hebben andere berekeningen. Vergelijk Dan 12:7 , en Rev 12:14 .
,
 een gedeelte eens tijds Hiervoor staat tot verklaring Dan 12:7
26Daarna zal het gericht zitten, en men zal zijn heerschappij wegnemen, hem verdelgende en verdoende, tot het einde toe.
 het gericht zitten, Zie boven vs.9,10, 22.
,
 zijn heerschappij wegnemen, Of, zij zullen hem, of hun, te weten de Romeinen, of, gelijk anderen, de Seleuciden, de heerschappij benemen, te weten die, welke God tot uitvoerders van zijn oordeel zal stellen.
,
 hem verdelgende en verdoende, Dat is, hij zal met zijn aanhang van het rijk afgestoten en verdreven worden. Anders: alzo dat zij, te weten de heerschappij, weggenomen worde.
,
 tot het einde toe Dat is, zijn rijk en zijn aanhang zal eindelijk geheel uitgeroeid en gans teniet gebracht worden, en nimmermeer weder opstaan.
27Maar het rijk, en de heerschappij, en de grootheid der koninkrijken onder den gansen hemel, zal gegeven worden den volke der heiligen der hoge plaatsen, welks Rijk een eeuwig Rijk zijn zal; en alle heerschappijen zullen Hem eren en gehoorzamen.
 Maar het rijk, en de heerschappij, Dat wordt hier gesteld tot troost der godzaligen, om hun indachtig te maken hoe het in de wereld toegaat, dat God altijd voor zijne kerk zorgdraagt, den zijnen eindelijk een zalige uitkomst gevende. Want te spreken van den toestand der monarchieën kon den godzaligen weinig troost aanbrengen, ten ware dat zij ook tegelijk wisten dat God zorg voor hen droeg. Zie Isa 35:3-4 .
,
 onder den gansen hemel, Dat is, in de ganse wereld, nadat het Evangelie allen creaturen zou gepredikt worden, Mar 16:15 .
,
 zal gegeven worden Het rijk van Christus, opgericht door de predikatie van het heilige Evangelie, zal den godzaligen gegeven of medegedeeld worden, namelijk als Christus in de harten der godzaligen bij alle natiën regeren zal. Dit rijk komt wel eigenlijk Christus toe, maar den gelovigen door genadige mededeling; zie 1Co 1:9 .
,
 aan het volk der heiligen der hoge plaatsen, Zie boven vs.18.
,
 een eeuwig Rijk zijn zal; Het zal geen einde hebben, maar het zal eeuwig duren.
,
 alle heerschappijen Dat is, enigen van allerlei heren en heerlijkheden, die Hij daartoe verkiezen zal. Alzo staat er alle voor allerlei; 1Ti 2:4 , en elders meer.
,
 Hem eren en gehoorzamen Te weten den Heere Christus.
28Tot hiertoe is het einde dezer rede. Wat mij Daniël aangaat, mijn gedachten verschrikten mij zeer, en mijn glans veranderde aan mij; doch ik bewaarde dat woord in mijn hart.
 Tot hiertoe is het einde dezer rede Dat is, hier in het einde dezer woorden, dit is hetgeen mij de engel heeft geopenbaard van den stand der kerk.
,
 mijn gedachten verschrikken mij zeer, Dat is, ik was zeer beroerd in mijzelven, namelijk overdenkende de zware vervolgingen, die de kerk Gods waren over het hoofd hangende.
,
 mijn glans veranderde aan mij; Chaldeeuws, mijne glanzen; te weten al die glans of het schoon gelaat van mijn aangezicht. De zin is: Ik werd bleek en ontsteld in mijn aangezicht. Zie boven Dan 5:6 .
,
 ik bewaarde dat woord Te weten om hetzelve aan de kerk Gods getrouwelijk mede te delen.
,
 in mijn hart Tot hiertoe, te weten van vs.4, heeft Daniël Chaldeeuws gesproken, omdat de boven verhaalde profetieën de Chaldeën of Babyloniërs ook waren aangaande. Maar van hier af tot het einde van dit boek toe, spreekt hij wederom Hebreeuws, dewijl het den Heiligen Geest alzo beliefd heeft.
Copyright information for DutSVVA