Deuteronomy 11:1

1Daarom zult gij den Heere, uw God, liefhebben, en gij zult te allen dage onderhouden Zijn bevel, en Zijn inzettingen, en Zijn rechten, en Zijn geboden.
 te allen dage Hebreeuws, al de dagen; te weten, uws levens, gelijk dikwijls. Zie Deu 12:1, Deu 12:19, en Deu 16:3, en Deu 17:19, enz.
,
 onderhouden Zijn bevel, Hebreeuws, gij zult zijn bewaring bewaren, of, zijn onderhouding onderhouden. Zijn bewaring, of onderhouding; dat is, hetgeen Hij u bevolen heeft te bewaren of te onderhouden. Zie Gen 26:5.
,
 inzettingen, Zie boven, Deu 5:31.
Copyright information for DutSVVA