Deuteronomy 11:11-12

11Maar het land, waarheen gij overtrekt, om dat te erven, is een land van bergen en van dalen; het drinkt water bij den regen des hemels;
 bij den regen des hemels; Zonder des mensen arbeid en toedoen.
12Een land, dat de Heere, uw God, bezorgt; de ogen des Heeren, uws Gods, zijn gedurig daarop, van het begin des jaars tot het einde des jaars.
 bezorgt; Hebreeuws, zoekt, nazoekt, of navraagt: menselijk van God gesproken. Want de mensen plegen te zoeken en te vragen naar hetgeen zij een bijzondere genegenheid toedragen. Vergelijk Job 3:4; Isa 62:2.
Copyright information for DutSVVA